De etappe voor de rustdag is volgens Dakartraditie een zware, maar de organisatie had kennelijk besloten dat de voorgaande vijf etappes al heftig genoeg waren geweest. Voor de trucks was de zesde proef in elk geval niet moeilijk. “Geen zak aan”, oordeelde Martin van den Brink.

Voor de tweede keer een kapotte versnellingsbak betekende woensdag in de vierde etappe het einde van de Dakar voor Pascal de Baar. Uit de eerste analyse van de eerste kapotte versnellingsbak leidde de monteur van de 517, Martin Roesink, voorzichtig af dat het vermogen van de motor mogelijk te ver was opgevoerd voor de versnellingsbak. “Maar dat moeten we thuis eens goed onderzoeken. Normaal gesproken draai je niet twee keer een versnellingsbak kapot.”

Onafhankelijk van elkaar maar op hetzelfde punt maakten Martin van den Brink en Jack Brouwers in de vijfde etappe van de Dakar exact hetzelfde mee. Bij een afstap van drie meter kwamen ze op de neus van hun Ginaf in het zand terecht. “Eén keer zuchten en we waren voorover gekieperd”, vertelde Van den Brink. “Maar godzijdank viel ‘ie terug. Anders was het over geweest.”

De vierde etappe van de Dakar 2014 kreeg voor Martin van den Brink en zijn mannen een bijzondere extra dimensie. Zij reden 400 kilometer lang zonder voorruit. “We hebben de hele dag zitten stofhappen. Het was echt geen pretje vandaag.” Van den Brink finishte desondanks als tiende. Mammoet-teamgenoot Pascal de Baar verging het aanzienlijk slechter. Hij moest opgeven wegens een kapotte koppeling. De servicetruck van Mammoet sleept De Baar vannacht naar het bivak in Chilecito.